top of page

Samenleving van Zuidwest-Friesland

1600-1700

​

Strenge winters, watersnood en droogte

​

Natuurrampen in Zuidwest-Friesland

Net als in de zestiende eeuw hadden Friezen in de zeventiende eeuw nog steeds veel last van natuurrampen. De winters waren in de zeventiende eeuw vaak heel streng. De zomers waren heet en droog. Dit zorgde vaak voor problemen. In de zomer droogden soms alle sloten, grachten en vijvers op. Daardoor stierven veel vissen. Ook mislukten oogsten door het warme weer. Daardoor was er in de winter minder te eten. In de winter was het erg koud en was er gebrek aan brandstoffen. Een ander vervelend natuurverschijnsel was het onstuimige weer. Stormen zorgden geregeld voor dijkdoorbraken en overstromingen. Bijvoorbeeld in 1625, toen tussen Stavoren en Hindeloopen een dijk doorbrak. Daardoor moesten veel mensen hun huizen verlaten. En dan waren er nog de vele ziekten waarmee de Friezen te maken kregen, zoals de pest. Deze ziekte kwam eens in de zoveel tijd langs. Dat was al zo sinds de Late Middeleeuwen.

​

De handel op zee

​

Zuidwest-Friesland en de zeehandel

In de zeventiende eeuw was West-Europa erg welvarend. Ook De Republiek en de steden in Zuidwest-Friesland. Sneek  en IJlst verdienden veel geld met de boterhandel. De boter werd opgeslagen in een waag, ofwel een opslagplaats voor handelsgoederen. IJlst handelde ook in kaas en was betrokken bij de scheepvaart, scheepsbouw en walvisvaart. Stavoren, Hindeloopen en Workum lagen aan zee en verdienden ook geld met de scheepvaart en de walvisvaart. Het dorp Makkum was daarbij ook belangrijk. Plaatsen zoals Makkum, Stavoren, Hindeloopen en Workum handelden ook in goederen die ze zelf maakten, bijvoorbeeld in steen- en pannenbakkerijen. In Hindeloopen liepen de zaken zo goed, dat armoede steeds minder vaak voorkwam. In 1657 werd in Hindeloopen zelfs gemeld dat er geen arme mensen meer in de stad waren. Veel mannen uit Workum, Stavoren en Hindeloopen werkten op zee, net als mannen uit dorpen zoals Makkum en Molkwerum. Ze waren een groot deel van het jaar weg. Dan waren de vrouwen soms in de meerderheid. Dat was een deel van het jaar bijvoorbeeld zo in Hindeloopen. Wanneer de mannen terug kwamen werd feest er gevierd in kroegen en herbergen.

Harlingen ging de havensteden in Zuidwest-Friesland steeds meer overschaduwen. Deze stad zou op den duur het belangrijkst worden. Harlingen leverde producten aan heel Friesland, onder andere uit Scandinavië. Maar zolang de zeehandel met Scandinavië doorging bleven de plaatsen Stavoren, Workum, Hindeloopen, Makkum en IJlst welvarend.

 

Hoe leefden de mensen?

​

Armoede en rijkdom in Zuidwest-Friesland

Niet iedereen in Zuidwest-Friesland werd rijk van de bloeiende handel. In steden zoals Sneek en Bolsward bleef armoede een probleem. De belastingen waren hoog en de producten waren duur. Regelmatig kwamen mensen in opstand tegen de hoge belastingen. In 1626 gebeurde dit in Bolsward, Sneek en in het dorp Wommels. Huizen werden geplunderd en vernield. In 1634 gebeurde dit nog een keer in Sneek. Met de boeren op het platteland ging het in de zeventiende eeuw juist wel weer beter. Zij werden in deze periode rijker. Hun producten konden worden verkocht voor hoge prijzen. Sommige boeren verdienden zoveel, dat ze duurdere kleren konden kopen en hun boerderijen konden inrichten met luxe meubels. In de zestiende eeuw woonden de Friese boeren nog in boerderijen die waren gemaakt van leem. De daken waren toen gemaakt van takken. In de zeventiende eeuw kregen de boerderijen muren van steen en hoge daken. Onder deze daken konden voorraden worden opgeslagen. De boerderijen gingen er veel meer uit zien als nu. Zo ontstond in deze tijd de kop-hals-romp boerderij. Deze zie je nu nog steeds op het Friese platteland, ook in Zuidwest-Friesland. 

​

Vervoer in Zuidwest-Friesland

In de zeventiende eeuw was het makkelijker om mensen en goederen per boot te vervoeren. De wegen waren van zand. Ze waren dus slecht begaanbaar, vooral als het had geregend of gesneeuwd. Met een koets was dat lastig, want de wielen konden makkelijk vast raken in de modder of de sneeuw. Het vervoer per boot ging vaak via een trekschuit. Dat was een boot die vanaf de waterkant vooruit werd getrokken door een paard of een groepje mensen. Zo kon door Zuidwest-Friesland worden gereisd. Een paar keer per dag voeren trekschuiten uit, die mensen en goederen naar steden zoals Bolsward en Workum vervoerden.

​

trekschuit

De trekschuit

 

Religie in Zuidwest-Friesland

In Friesland waren de meeste mensen in de zeventiende eeuw niet meer katholiek, maar calvinistisch. Het calvinisme was een stroming binnen het protestantse geloof. Omdat zoveel mensen calvinistisch waren, was bepaald dat de hervormde kerk de belangrijkste kerk van Friesland was. In deze kerken stonden geen beelden en altaren, zoals in katholieke kerken. Dat vonden calvinisten maar overdreven. De katholieke- en doopsgezinde geloofsovertuigingen werden wel toegestaan, maar inwoners mochten zich daar alleen thuis of in schuilkerken mee bezig houden. Schuilkerken waren geheime plekken die gebruikt werden als kerk, maar die er niet uitzagen als een kerk. Bijvoorbeeld grachtenpanden in de stad. Doordat het calvinisme het officiële geloof van Friesland was geworden, bestonden er ook geen kloosters meer. Aan het bestaan van de kloosters, bijvoorbeeld in Stavoren, Sneek en Bolsward, was eind zestiende eeuw een einde gekomen. Het land en de goederen waarvan deze kloosters ooit eigenaar waren, kwamen in handen van de Nederlandse overheid. In de jaren 1638-1644 werd een groot deel verkocht aan burgers. 

​

Zuidwest-Friesland en de Friese taal

Mensen spraken in het Friesland van de zeventiende eeuw zowel in het Nederlands als het Fries. Maar mensen die konden schrijven, deden dat meestal in het Nederlands. Behalve Gysbert Japicx, een schoolmeester uit Bolsward. Hij besloot zijn verhalen en gedichten in het Fries op te schrijven. Daarvoor werd hij al snel bewonderd. Maar een verzameling van zijn werken kwam pas uit nadat hij in 1666 overleed. In de negentiende eeuw werd Gysbert Japicx pas echt beroemd, toen mensen zijn werk opnieuw ontdekten. Dat was twee eeuwen na zijn dood!

gysbert japicx

Gysbert Japicx in 1637

Bronnen

De Rijke, P.J. Frisia Dominium: kaarten van de provincie Friesland tot 1850. 't Goy Houten: HES & De Graaf, 2006.

Terpstra, Pieter. Tweeduizend jaar geschiedenis van Friesland. Leeuwarden: Uitgeverij M. Th. van Seyen, 1986.

Visser, Lammert J, Johan Keizer, Edsko Hekman, Paul van der Waal en Sybe Houtsma. Drylts... it âlde stedsje, IJlst: Boekhandel Visser, 1993.

Ybema, Jan. De kleine geschiedenis van Friesland. Amersfoort: BBNC uitgevers bv, 2017.

Afbeeldingen: publiek domein (Rijksstudio, Fries Museum)

bottom of page